Historie van de kerk

Geschiedenis

Noordlaren, het zuidelijkste dorp van de Gemeente Groningen ligt op het hoogste punt van het Groningse deel van de Hondsrug. Daarom lijkt het dorp wellicht ook meer op een Drents dorp. De aanwezigheid van het -enige Groningse- hunebed in Noordlaren bewijst dat er al voor 3300-1700 v.Chr. mensen in dit gebeid woonden.

Archeologische vondsten uit de negende en tiende eeuw duiden erop dat omstreeks het jaar 800 er rond Noordlaren een kleine nederzetting moet zijn geweest. Het echte dorp ontstond in het midden van de twaalfde eeuw. Waar mensen woonden en samen een gemeenschap vormden, werd ook altijd een kerk gebouwd, eerst van hout en later vaak vervangen, herbouwd of uitgebreid in steen. Zo ook in Noordlaren. Aan het exterieur van de kerk van Noordlaren laat zien dat de oorspronkelijke houten kerk in drie fasen uitgebreid en vervangen werd door een stenen kerk.


Vanaf het einde van de twaalfde eeuw werd het schip van de kerk aan de oostzijde uitgebreid met een recht gesloten koor. Aan het begin van de dertiende eeuw werd aan de westzijde van de kerk de -op zwerfkeien gefundeerde- toren gebouwd.

Tenslotte werd in het begin van de dertiende eeuw het schip van de kerk in stenen opgetrokken. Het schip met houten zoldering werd binnen verbonden met het koor met kruisribgewelf middels een hoge smalle gotische spitsboog, een triomfboog. In de vijftiende eeuw werden de toren en het schip verhoogd. De kerk was gewijd aan de heilige Bartholomeüs die nog in een glas-in-loodraam in de noordmuur van het koor afgebeeld staat. Tijdens de Reformatie zijn alle katholieke uitingen weggehaald: muurschilderingen werden wit gekalkt, altaren en beelden uit de kerk verwijderd.

Met de restauratie van de kerk in 1976-’77 werden restanten van altaren en nissen en verschillende muurschilderingen teruggevonden, een verwijzing naar de tijd dat de kerk als een katholieke kerk is gebouwd. Op de oostwand van de kerk kwam een twee meter hoge schildering (in secco techniek) van Christus met de twaalf discipelen weer tevoorschijn. Het kerkorgel is gebouwd door Petrus van Oeckelen en zonen in 1876. Het dorp en de kerk hebben veel te verduren gehad tijdens verschillende oorlogen. Zowel tijdens de tachtigjarige oorlog als tijdens de Münsterse oorlogen tussen 1665 en 1672 werd Noordlaren veel schade toegebracht. In de Tweede Wereldoorlog werd de torenklok door de Duitsers gevorderd. Gelukkig werd deze klok na de oorlog onbeschadigd teruggevonden en teruggehangen.